Verhalen

Moboiren

Op 8 April 1726 soo sullen Hendirk Vermeulen ende Francis Meulendijk, mede in naam van Hermen Meulendijk, momboiren over de onmundige kinderen van Aert Vermeulen, verwekt  bij Maria Catharina Meulendijk uijt cragte van authorisatie van mijn Heeren Schepenen deser dingbanke van Nune, Gerwe en dat is 19 maart 1726 voor een vierde part, beneffens Dirk Sengers in huwelijk hebende Maria Vermeulen voor drie vierde parten, naar drie sondaegse veijling alhier ter slaghe behoorlijk gedaan, ten hoogh en de schoonsten voor alle man aan den meest biedende vercoopen eene schoone welgelegen koorn, water ende olijmolen, moolen huijsinge en de aangelegen erffenisse, met alle dijken, sluijs, bruggen privilegien ende gerechtigheden ende servituijten soo ende gelijk, die aan de vercopere bij transport op den 17 julij 1704 voor schepenen van 's-Bosch voor drie vierde parten En op 13 Maij 1705 voor schepenen van Nunenn voor een vierde part in Eijgendom vercregen is ten overstaan van Heere officier en Schepenen deser dingbanke op conditien ende voorwaarden hier beschreven….

Familie Sengers 1

In 1726 kreeg Theodorus Sengers van zijn vader de opdracht om de resterende deeleigenaren van de Opwettense watermolen uit te kopen.
De eigenaar was toen Joannes (Jan) Sengers gehuwd Maria van Erp. De molen was al voor een deel door vererving in de familie Sengers.
Door de rest uit te kopen werd de molen helemaal eigendom van Theodorus
Jan was zelf molenaar te Batenburg en Schepen van Megen.
Zoon Theo werd de molenaar op de molen van Opwetten en later eigenaar, de molen werd daarna doorgegeven binnen de familie tot aan Wilhelmina Sengers. Zij trouwde met Gerard van Hoorn (Sr).

Theo was gehuwd met Maria Willemsdochter van der Meulen wiens vader een molen runde in Helmond.

Binnen de familie heette de molen de “Jans” molen en deze is heel lang zo genoemd. (“de Opwettense” was een vernoeming naar de standplaats).

Molenaars Sengers en van Erp kun je vanaf 1700 door heel Gelderland de Düffelt maar ook in heel Brabant terug vinden.
In Brabant waren de molens het startpunt voor het opzetten van een keten van molenaar, bierbrouwer en cafe's.
Sengers waren oorspronkelijk teuten afkomstig uit Neerpelt en handeldrijven zat hen in het bloed. Het waren linnenteuten die in goede doen waren gekomen.
De Teuten waren handelaars afkomstig uit Noord-Limburg en de aangrenzende dorpen in Noord-Brabant en Nederlands-Limburg.
De cafe's waren het uiteindelijke doel want daar vond de geldhandel plaats en daar hebben ze hun rijkdom vergaard.
Binnen de familie sprak men neerbuigend over de familie in Asten. Want daar aten ze met gouden bestek, terwijl ze het op de molen met een zilveren moesten doen!

In de tijd van van Gogh (kladschilder volgens Sengers) kwam de familie vaak bijeen in Nuenen. De mannen zaten dan op de molen en de dames in de boerderij daar tegenover.

Familie Sengers 2

Jan Sengers major koop ten behoeven van sijnen vader Dirk Sengers het resterende vierde part en zo is op 29 April 1726 de gehele molen eigendom geworden van Dirk Sengers, molenaar te Batenburg, waar het gezin Sengers toen woonde.
Zeker is, dat  Dirk Sengers ongeveer 1730 in Nunen woonde met gezin. Later is terug gegaan naar Megen, de juiste datum niet bekend, maar in 1736 moet hij daar weer gewoond hebben tot aan zijn dood in 1748. Zijn vrouw overleed in 1749 ook te Megen. De oudste zoon Andreas, ook molenaar bleef te Batenburg tot 1734. In dat jaar kocht hij de molen te Dieten, (Dienden). Hij huwde in 1731 met Jonanna Maria Vos.
1767. Wij ondergeschreeve Scheepenen van Nuenen Gerwen verclaaren ter Requisitie van  Johannes Sengers, inwonnder en molenaar tot Opwetten, da wij ons op Donderdag 17 September 1767 begeeven hebben ten huijsen van den requirant en aldaar gesien en bevonden hebben, dat deselven sijn moolen an alle 't geen 's nagts tusschen den 10e en 11e November 1764 meer is afgebrand, weederom heeft herbout en in soo goeden  (selvs beeteren) staat gebracht als hetselve voor dat ongeval geweest is.
Actum Nuenen ten Raadhuijse dessen.
Een en twingsten September 1700 seven en sestigh.

Te Asten was Theodorus Joannes schepen en van 1800-181? schout civil. Daarna vertrokken hij en zijn vrouw weer naar Nunen (Opwetten) waar Antonet Franssen in 1812 en Theodorus Joannes in 1817 overleden.
Andrie Sengers, de molenaar, zoon van Theodorus Joannes en Antonet Franssen, trouwt met Egidia Vogels. Een zoon werd er geboren. Deze werd helaas maar twee dagen oud. Daarna kwamen er nog vijf dochters. Een van die dochters, Willmina, trouwde met Gerardus van Hoorn, stammend uit een oud molenaarsgeslacht.
Nu 1987 woont er in Nunen op de Opwettense molen nog een kleinzoon van Willemina Senges, genoemd naar zijn grootvader Gerardus v. Hoorn.


Contact the webmasterCopyright © 2013 All rights reserved.Updated:  Saturday, February 22, 2020